Tot Zover
Symposium Paden van Rouw
Op 17 oktober organiseerden de Funeraire Academie en Camino Academie het dagsymposium Paden van Rouw in Utrecht. Er werd met uiteenlopende gasten gesproken over lopen en pelgrimeren bij rouw en verlies. Bekijk hier de terugblik van deze mooie en inspirerende dag.
Tekst: Wiep Koehoorn
Introductie
Nieuwsgierig geworden naar het thema zijn circa honderd belangstellenden naar het dagsymposium ‘Paden van Rouw’ gekomen.
Het is gericht op professionals die werkzaam zijn in de uitvaartbranche en rouwbegeleiding, voorts op pelgrims, wandelaars, ritueelbegeleiders en studenten, en daarnaast voor eenieder met belangstelling voor dit onderwerp. Het symposium vindt plaats in Instituto Cervantes, in het centrum van Utrecht, vlak bij de gerestaureerde Domtoren.
In de uitnodiging is de themastelling van het symposium aldus verwoord: “Op weinig plekken is er meer rituele dynamiek en innovatie dan rond dood, rouw en herdenken. Opmerkelijk is de opkomst van lopen als weg (letterlijk) om met verlies om te gaan. We staan stil bij onze doden door in beweging te komen. Rouw-coaches en uitvaartbegeleiders gaan aan de wandel met nabestaanden. De camino naar Santiago de Compostela wordt door sommige pelgrims gelopen ter nagedachtenis van gestorven geliefden, soms ook met de as van de geliefde in de rugzak. De speelfilm ‘The Way’ (2010) markeerde met dat thema zondermeer een trend."
In een unieke samenwerking verkennen de Camino Academie en de Funeraire Academie tijdens dit symposium ‘Paden van Rouw’ onder andere het onderstaande:
1. lopen & pelgrimeren als rouwverwerking,
2. de vormen die dat aanneemt,
3. de praktijkervaringen,
4. de betekenislagen en
5. waarom biedt wandelen troost?
Opening
Dagvoorzitter Martin Hoondert van de Funeraire Academie, verbonden aan Tilburg University, opent het symposium en heet alle deelnemers en sprekers welkom. Hoondert opent met een tweetal citaten uit het nieuwe boek van Thijs de Wolf (De pelgrimsdroom, NoordBoek 2024) en introduceert vervolgens het symposiumthema en vertelt dat de expertises van de Camino Academie en de Funeraire Academie vandaag bijeen worden gebracht. Het zijn beide platforms waar onderzoek en praktijk elkaar ontmoeten.
Daarna geeft hij een overzicht over de drie blokken die het programma kent:
1. Rouwpaden;
2. Pelgrimeren en rouw op de camino;
3. Lopen en rouwen in het publieke domein.
BLOK 1 | Rouwpaden
Ontwerp van Walk of Grief, een nieuw rouwpad op Terschelling.
Met Anemoon Elzinga en Arjan Berkhuysen. Interview door Paul Post.
Als opening vertellen Anemoon Elzinga (voorheen uitvaartbegeleidster) en Arjan Berkhuysen (directeur van de Waddenvereniging) over hun initiatief tot een rouwpad op Terschelling, de ‘Walk of Grief’. Het is een vijfdaagse pelgrimstocht van 75 kilometer door de natuur op Terschelling. Dit pad is momenteel in ontwikkeling en zal komend voorjaar (2025) worden geopend.
Arjan vertelt dat hun zoon Mees in 2021 op Terschelling is aangereden en als gevolg daarvan overleden. Daarna volgde voor Anemoon en Arjan een moeilijke periode waarin het hen goed deed om te wandelen. Ze wilden als vorm van rouwverwerking naar Santiago de Compostela lopen, maar dat was praktisch niet haalbaar, en gingen toen onderzoeken of ze zelf een pelgrimage-wandeltocht zouden kunnen ontwikkelen, gericht op rouwen.
Het organiseren van zo’n pad begon met het praten met eilanders en eilandliefhebbers, over welke plekken op Terschelling voor hen van belang zouden kunnen zijn bij rouwen. Die punten zijn met elkaar verbonden om zo het pad uit te zetten. Daarna kwam de fase van ‘woorden geven’ aan de diepgang van dit pad. Wandelaars op dit pad krijgen een amulet/speld om elkaar te herkennen onderweg en met elkaar in gesprek te gaan. Ze krijgen ook een doosje mee waarin ze onderweg gevonden zaken kunnen stoppen die te maken hebben met het eigen rouwproces. Naast een boekje met teksten komt er ook een app met allerlei materiaal om onderweg te gebruiken. Maar niets hoeft, het zijn allemaal handreikingen. Ook is er de mogelijkheid met een coach van het eiland in een groep op pad te gaan.
Anemoon ziet dit pad als iets anders dan een langeafstandswandeling, onder andere door de teksten van Babet te Winkel die in de wandelgids komen te staan. Dat het nieuwe pad ook als een pelgrimstocht wordt gezien, heeft in dit geval vooral te maken met je eigen rituelen, en met hoe je het landschap ziet en ervaart.
Het pad gaat op 1 maart 2025 open, op de sterfdag van hun zoon, tevens de dag van het begin van de meteorologische lente.
Een belangrijk element van het pad is verbonden met de veranderlijkheid van het Waddengebied, het gebied is continu aan verandering onderhevig, en zo is ook je eigen leven voortdurend in beweging. Daarom is een Waddeneiland zo geschikt voor een rouwpad. Het uitgangspunt is: ‘holding space for grief’.
De vraag kwam aan de orde of er wel een ‘markt’ is voor dit toch wel heel specifieke wandelpad. Dat hebben ze vooraf niet onderzocht, maar het gelanceerde idee werd op social media heel vaak geliked, dus kennelijk is er wel een ‘markt’ voor. Ook hoeft het niet massaal te worden, want dat past niet bij de essentie van dit pad. Mensen die rouwen, kunnen dit pad gaan lopen om hun verlies en verdriet te verwerken.
Voor Anemoon en Arjan stond hun zoon Mees eerst voorop, maar tijdens het opzetten van dit pad is de ontwikkeling van dit pad steeds meer voorop komen te staan. Mees is als het ware het steentje in de vijver geweest, die dit pad deed ontstaan. Het pad is niet het doel, want ook al zou je maar honderd meter ervan lopen, en dat zou voor jou genoeg zijn, dan is het al prima. Ze zijn gefascineerd door de vraag hoe de natuur en het wandelen je kunnen helpen bij rouwen. Dat thema zal nog terugkomen op het symposium.
Reflectie vanuit ritueel perspectief
Met Damiaan Messing
De volgende spreker, broeder Damiaan Messing, studeerde rituele studies onder de vermaarde rituelenexpert Ronald Grimes en is initiatiefnemer van de pelgrimsroute ‘Walk of Wisdom’, een populaire route rond Nijmegen die tien jaar geleden is ontwikkeld. De Walk of Wisdom was mede inspiratie voor de Walk of Grief. Damiaan presenteert zijn inzichten bij het ontwikkelen van zo’n pad als een nieuw ritueel. Hij onderzoekt hoe een ritueel werkt en vanuit die inzichten ontwikkelde hij de Walk of Wisdom als seculiere pelgrimsroute, los van religies. Inmiddels hebben zo’n 18.000 mensen dit pad gelopen, per jaar zo’n 2000 tot 3000 wandelaars.
Vanuit Messings ervaring met de Walk of Wisdom reflecteert hij op de Walk of Grief van Terschelling en formuleert een aantal uitgangspunten ten aanzien van rituelen:
- Rituelen zijn dynamisch, veranderlijk en creatief. De pelgrimage is als ritueel ook voortdurend in verandering.
- Elke uitvoering van een ritueel is een nieuwe creatie, ook heel individueel. Niet alleen de inhoud verandert, maar ook de vorm ervan. Zo is bijvoorbeeld ook elke kerkdienst van elke zondag steeds een nieuwe creatie.
- Bij het ontwikkelen van een ritueel gaat het niet om ‘de waarheid’, maar om de betekenis van het ritueel. Een ritueel moet je niet teveel willen invullen.
- Rituelen doen een beroep op meerdere zintuigen. Een divers landschap past daar bij, waar al je zintuigen zoveel mogelijk bij worden geactiveerd.
- Rituelen zijn biologisch ‘hardwired’, ofwel biologisch ingebouwd. Wij hebben een ritueel instinct. Maak het ritueel derhalve niet te vreemd en gebruik erbij natuurlijke gebaren. Sluit aan op wat er al is.
- Leer bij het ontwikkelen van zo’n ritueel-pad om niet te kopiëren. Daarom is bij de Walk of Wisdom de camino niet gekopieerd, maar is er een eigen ritueel ontwikkeld geïnspireerd op elementen van de camino. Zo is er een armbandje waaraan ringen van de etappes worden geregen, een zaailing als symbool, en een certificaat bij aankomst. Daarnaast is er een vertrekceremonie waarin mensen een intentie voor hun tocht kunnen uitspreken. Het mag, maar hoeft niet.
- Rituelen richten je focuslens op wat belangrijk is.
- Rituelen gaan over Me-time, en daarmee ook over Quality-time; alleen of samen met een ander.
- En met rituelen kun je iets uitdrukken wat anders moeilijk tot uitdrukking is te brengen.
Kijken we nu met deze inzichten naar de Walk of Grief dan kunnen we de vraag stellen of dit een nieuw nationaal rouwritueel zou kunnen worden. Damiaan denkt van wel. Vlak voor dit symposium heeft hij onderdelen van het nieuwe pad zelf gelopen. Het heeft tal van aansprekende elementen zoals de overgang naar het pad via de boottocht (die moet je immers nemen om te beginnen) en het verrassende en afwisselende landschap van Terschelling.
Al lopend, het kernritueel, sluit het pad aan op elementen in het landschap de zee, een drenkelingenhuisje, een eenzame boom op het eiland. Zoals gezegd krijg je een struinkistje mee om daar onderweg gevonden dingen in te doen die je onderweg raken. Voor Damiaan biedt het pad een authentiek verhaal, en getuigen de makers ervan van geduld en toewijding. Het pad is een ritueel experiment dat een beroep doet op je zintuigen. Er is sprake van lokaal draagvlak voor dit pad en inzet van vrijwilligers. Damiaan sluit af met het uitspreken van de hoop en de verwachting dat de initiatiefnemers slagen in hun opzet.
Wandelen met de uitvaartverzorger
Aan een direct aansluitende plenaire vervolgsessie neemt - naast de voorgaande sprekers - ook uitvaarverzorgster Francy Derix deel, die sinds enkele jaren rouwwandelingen aanbiedt als vorm van nazorg. Ze legt uit dat het altijd dezelfde wandeling is door een bosgebied en langs een weiland. Tijdens een pauze draaien ze muziek, die daarvoor door de deelnemers is uitgezocht. "Het gaat al wandelend om mooie gesprekken in een ontspannen sfeer," en na de pauze lopen de deelnemers terug naar het beginpunt.
Het is de bedoeling dat je alleen deelneemt, zonder je naasten. Soms loop je alleen, soms met een ander. Zo ontmoeten lotgenoten elkaar in de natuur op een ongedwongen wijze. Je realiseert je onderweg ook dat je leven door gaat, zoals ook de natuur voortdurend in verandering is. Er lopen enkele begeleiders mee, maar niet in de functie van therapeut of coach.
Babet te Winkel
Het eerste blok sluit af met enkele teksten van Babet te Winkel, schrijfster van het boek ‘Zien in het donker’ (Amsterdam: Atlas/Contact 2023). Zij maakt ook teksten voor de Walk of Grief. Haar eerste tekst is een bespiegeling over het bewandelen van de Walk of Grief.
Je verlaat het vasteland om naar het eiland te gaan om daar het pad te bewandelen. Van je volle agenda ga je naar de leegte van het eiland. Je laat je onderweg raken in je gevoel. Als je onderweg aandachtig kijkt, vallen je zaken op. De scherpte (het verdriet) van vandaag kan na verloop van tijd verschuiven naar aandacht voor je toekomst. Je krijgt onderweg te maken met veranderingen, zoals in je leven, bijvoorbeeld qua overgangen van het landschap en in de overgangen van de sferen die daarbij passen.
Het drenkelingenhuisje (er is al zo’n huisje vanaf 1863) op Terschelling van nu is van de vorige eeuw. Mensen hebben hiervan een soort monument gemaakt, in het huisje hebben ze hun namen gekrast. Neem hier de tijd om te rusten en om de kwaliteit van deze plek in je op te nemen.
Afval verwerk je, maar verlies niet. Dood hout wordt door Staatsbosbeheer niet meer weggehaald uit het bos. Zo is er de kans voor een langzaam proces waar veel natuurlijke organismen bij betrokken zijn. Het creëert de voedingsbodem voor nieuw leven. Wat als we rouw ook zo gaan zien? Net zoals in het bos hoeft er bij rouw niets weg. Je lost niet iets op, maar laat het constant aan verandering onderhevig zijn. Precies zoals de natuur het ons voordoet.
BLOK 2 | Rouw pelgrimeren
Pelgrimeren (op de camino) en rouwen; een ervaringsverhaal door Rient Ploeger
In het tweede blok als start van het middagprogramma gaat het over pelgrimeren en rouw. Eerst is er het ervaringsverhaal van camino-ganger Rient Ploeger. Zijn pelgrimeren staat in het teken van zijn echtgenote Aafke die in 2020 overleed. Martin interviewt hem.
Ploeger wandelt niet, maar loopt. Voor Rient een belangrijk verschil. Wandelen doe je op een zondagmiddag, lopen gaat verder en ook door een andere omgeving dan bij je thuis. Dat lopen brengt hem veel, zoals ruimte voor gedachten over wat hem op dat moment bezig houdt. Gedachten gaan dan wel alle kanten op, en toch brengt het je verder met waar je je mee bezig houdt.
Pelgrimeren gaat weer een stap verder dan lopen want pelgrimeren heeft te maken met elkaar spreken, het uitwisselen van elkaars ervaringen, veel alleen zijn, en je bezinnen over de toekomst. Het heeft voor hem te maken met dat vage begrip ‘spiritualiteit’. Rient koos voor de camino, omdat zijn vrouw vóór haar overlijden ook (met hem) naar Santiago de Compostela liep. Het gevoel dat hij pelgrim was, ontstond eigenlijk pas bij zijn vierde camino (hij liep er vijf), toen hij heel veel mensen ontmoette en sprak. Iemand noemde hem toen een pelgrim en vanaf dat moment erkende hij dat hij een pelgrim is.
Aafke had op Cruz de Ferro bij het neerleggen van een kruis-steentje bij dat kruis de ervaring dat haar overleden moeder haar daar aanraakte. Bij de Cruz de Ferro heeft Rient later ook een deel van Aafkes as achtergelaten. Behalve in hun tuin strooide hij de laatste as van zijn vrouw uit over de Atlantische Oceaan ter hoogte van Muxía. Naar die plek had Aafke kleinoden van anderen meegenomen om die daar achter te laten en in zee te gooien.
Afsluitend leest Rient een gedicht voor van Cees, een goede vriend, die inmiddels ook is overleden, met onder andere deze regels:
Straks zul je gaan,
om thuis te komen in jezelf,
waar de stilte je omgeeft.
Stilte zonder eenzaamheid.
Ik ben maar een pelgrim op de weg
Maar ik loop nooit alleen
We komen elkaar weer tegen
Om te zingen en verhalen te vertellen
Ik verwacht Zijn hand te raken.
Reflectie vanuit therapeutisch perspectief
Met Erna Eskes
Na het ervaringsverhaal van Rient Ploeger volgt ook in dit blok een reflectie, nu door wandelcoach Erna Eskes, over de impact van lopen op rouw en van lopen in de natuur. Kernwoord is voor haar 'natuur'. Aan de hand van ervaringen en inzichten laat ze zien wat de natuur kan doen bij rouw en verlies.
Enkele krachtlijnen van haar betoog zijn:
- Rouwen kost veel energie, en daar word je heel erg moe van zo weet ze uit eigen ervaring.
Hun zoon en schoondochter hebben een ongeluk gehad, en hun zoon heeft dat niet overleefd. Dat resulteerde in een hele drukke tijd van veel bezoeken en gesprekken, met ook veel onbegrip van anderen. Na maanden van rouw ging ze het bos in, om te lopen, en daarna ging ze de opleiding tot wandelcoach volgen, waar ze leerde om anders naar de natuur te kijken. Ze begeleidt nu mensen die in rouw zijn om te reïntegreren op hun werkplek.
- Een rouwproces kun je beter aan als je gaat werken aan je vitaliteit.
Wandelcoaching gaat dan ook over energie en belastbaarheid (wandelen in de natuur geeft energie), over stress (natuur reduceert stress), over concentratie (je moet je hoofd leegmaken), over fysieke gezondheid (verwerken is topsport). Deze stappen doet de natuur zelf. De vijfde stap is gedrag (inzicht en bewustwording dat je abnormale gedrag toch wel normaal is in die situatie), en de zesde gaat over (werk)geluk (waar krijg je energie van?). De zevende gaat over perspectief (associaties en metaforen geven inzicht).
- Rouwen is voor iedereen verschillend, dus kun je als rouw- en wandelcoach geen maatwerk leveren.
- Het verlies van je geliefde blijft er altijd, maar de omvang van dat verlies wordt - als de tijd voortschrijdt - kleiner, en krijgt een andere plaats.
- Ze werkt met beelden, bijvoorbeeld met foto’s, om het gesprek met rouwenden te voeren.
Haar algemene boodschap luidt: rouwen is een natuurlijk proces. Door in de natuur te zijn, ben je al halverwege met je rouwen, want wij zijn zelf natuur, en dus kun je in de natuur het beste herstellen.
Plenaire discussie
Aansluitend is er gelegenheid om vragen te stellen aan Rient en Erna. Daar komt onder andere aan de orde dat het vasthouden van wandelherinneringen waardevol kan zijn, bijvoorbeeld door foto’s met aantekeningen erbij, en zeker als je dat verbindt aan bijvoorbeeld je leed en rouw, krijgt dat meer betekenis. Het keer op keer herlezen van dergelijke teksten blijft van waarde. Ook dit blok wordt afgesloten met teksten van Babet te Winkel. In een prachtige voordracht deelt ze enkele passages uit haar boek ‘Zien in het donker; een nieuwe taal voor rouw’.
BLOK 3 | Bankjes en het publieke domein
Het derde en laatste blok van het symposium begint met herinnerings- of herdenkingsbankjes en gaat vervolgens over rouw in het openbaar.
Herinneringsbankjes en Mathijs Deen
Eerst is er ter opening een korte video waarin Martin spreekt met Mathijs Deen, radiomaker en thrillerauteur, die een podcast maakte over herinneringsbankjes en zich afvraagt of die bankjes er nu zijn voor de levenden of voor de doden? Vanzelfsprekend zijn die bankjes niet voor de doden, want die zitten niet meer, maar ze verwijzen wel naar een dode. Verrassend genoeg is dat voor Deen een reden om er niet op plaats te nemen. Deen denkt niet dat hij er zelf een zou willen hebben of plaatsen. Maar, als hij er een zou moeten plaatsen, dan voor zijn overleden vader. En de tekst die daar dan op zou moeten staan? “En toen gebeurde het onvoorstelbare, want mijn vader maakte een huppeltje”.
Herdenkingsbankjes: verkenning van een materieel ritueel door Paul Post
Aansluitend verkent em. professor Paul Post die bankjes als verschijnsel. Zijn presentatie is een drieluik. Eerst verkent hij het ontstaan en de ontwikkeling. Vervolgens invloeden die het verschijnsel bepalen en tot slot enkele meer analytische notities over achtergrond en betekenis van het verschijnsel.
Impressies over ontwikkeling
- In ons land komen ze als herinneringsbankjes op vanaf de jaren ‘90 van de vorige eeuw, vaak als sponsormodel voor het onderhouden van bankjes langs de natuurpaden voor natuurbeheerders. Eigenaren van dergelijke bankjes zoals gemeenten en Natuurmonumenten hebben dat inmiddels geïnstitutionaliseerd met ook allerhande regelgeving en tarifering daaromtrent.
- Interessante innovatie is er in 2005/6 als kunstenaar Karin Bruels (Tilburg/Oisterwijk) de ‘social sofa’s’ introduceert voor de meer stedelijke omgeving. Inmiddels is dat een wijd verspreid verschijnsel.
- Daarna is er in en na de coronaperiode (2020/22) de opkomst van corona herdenkingsbankjes,
- en heel recent zien we ontwikkeling dat naast het herdenken van individuen bankjes aandacht vragen collectieve doelen zoals zelfdoding, dementie en alzheimer.
Het is zeker geen typisch Nederlands verschijnsel, bij ons komt het relatief laat op in vergelijking met vooral Engeland, en ook de VS en Canada.
Invloeden
Post wijst vervolgens op een reeks invloeden die het fenomeen mede hebben bepaald qua vorm en ontwikkeling.
- Allereerst is er wat ‘de wandeling’ heet. Eerst binnenshuis, in de landhuizen en kastelen (met vensterbanken), ging de wandelroute, eigenlijk alleen eerst gelopen door vrouwen (mannen reden paard buiten, jaagden) naar de tuin, later naar parken en weer later naar open natuur en landschap. Steeds voorzien van vaak idyllische houten of stenen banken. In de 19e eeuw democratiseerde de wandeling tot een pad, een wandelparcours aan de rand van de steden, graag op de vestingwallen van vestingsteden, met ook nu steeds bankjes.
- Een tweede belangrijke factor was the Great War. Overal in Engeland herdacht, en herdenkt, men de mannen, vaak jongens, die niet terugkeerden van de slagvelden van WOI.
- Dat leidde als derde invloedlijn tot het meer algemeen herdenken en eren van mensen via een bank(je). Vooral in de eerste helft van de 20ste eeuw eert en dankt men aldus in ons land burgemeesters, fabrieksdirecteuren, koninklijk huis (Wilhelminabanken) of ook hier soldaten (WOII).
- Een laatste impuls is de opkomst van sponsoring. Dat noemden we al.
Analytische elementen
Tot slot noemt Post enkele meer analytische en situerende aspecten rond die bankjes.
- Het gaat dan allereerst om het basale aspect van lichamelijkheid bij die bankjes, het zitten ook als sterk cultuurbepaalde dimensie.
- Ook is er het belangrijke punt dat die bankjes als materie het ritueel zijn, het kan gezien worden als een materieel ritueel. En dat wordt vervolgens zelf weer omgeven met rituelen. Het bankje wordt 'geopend', in gebruik genomen, en vooral ook benoemd met een tekstbordje.
- Met name bij die social sofa is er de belangrijke fase van het maken, er moeten duizenden steentjes op aangebracht worden, je maakt aldus de bank, en dus het ritueel, samen.
- De taal rond en op de bankjes is een verhaal apart. Zo is er de aanduiding van de bankjes. Herinneringsbankje, herdenkingsbankje, corona-bankje, bènske (Brabants), huwelijksbankje, mijmerbankje. Het verkleinwoord is niet onbelangrijk. Het brengt het dicht bij, koesterend bijna.
- De tekstbordjes weerspiegelen eigenlijk hoe wij inmiddels in onze dodenriten taal gebruiken. We spreken tot de doden, de doden spreken tot ons, of meer op afstand beschouwen we.
- Uiteindelijk stelt ook Post in het spoor van Deen de vraag voor wie nu die bankjes er zijn, voor doden of de nabestaanden?
Hij neigt ze ook te zien als bankjes voor de doden. Het past bij het willen aanhouden van banden met de dode, continuing bonds. Dat past zeker ook bij de culturele diversiteit in onze samenleving waar velen een rijke traditie van het levend houden, en ook present achten, van voorouders kennen en ritualiseren. Banken en zetels bedoeld voor presente doden kent in vele culturen een lange traditie.
- Rest ook nog het aspect dat die bankjes buiten zijn, langs paden in onze natuur en in onze parken.
Dat publieke karakter is beslist een kernaspect van de bankjes. Die lijkt zeer gelaagd. Centraal staat daarbij volgens Post het element van gemeenschap. Er is het naar buiten willen treden met de gedachtenis aan een dode, het plaatsen in de gemeenschap. En tegelijk ook een geschenk aan die gemeenschap willen doen. Via sponsoring van een bankje wordt de naam van de overledene genoemd, bewaard, en ook iets gegeven aan de gemeenschap. Parallel daaraan zien we ook vaak dat een pelgrimage voor een dode wordt gelopen, of een sponsortocht gehouden voor iemand, of een stichting of fonds wordt op gericht in naam van een overleden dierbare.
Keynote | Rouwen in het publieke domein
Door Irene Stengs
Dat al genoemde aspect van rouwen in het openbaar staat centraal in de afsluitende lezing door Irene Stengs (Meertens Instituut, Vrije Universiteit Amsterdam). Ze opent met de abrupte dood die allerlei publieke rituelen oproept. Bijvoorbeeld naar aanleiding van een moord, of een bedrijfsongeval op het werk. Veel mensen komen dan naar zo’n plek om er bloemen te leggen. Alle emoties van rouw, verdriet en boosheid komen op zulke plekken bijeen, zoals na de moord op journalist Peter R. de Vries. Zulke openbare herdenkingsplekken zijn vaak ingewikkelde plekken. Denk aan plekken waar een ongeluk heeft plaatsgevonden, waar nog heel lang daarna voortdurend andere mensen langs komen die daar niets mee te maken hebben.
Stengs zoomt in op de Baby Loss Awareness-week waar wordt stilgestaan bij babyverlies, om samen opnieuw in beweging te komen voor kinderen die zo worden gemist. Daar worden ook runs omheen georganiseerd, om fysiek aandacht te besteden aan mensen die hun geliefde kinderen moeten missen, met ook een sponsoractie erbij. Het ritueel markeren in het publiek domein en de inzet van het eigen lichaam voor een goed doel komen op deze manier bij elkaar.
Bij individueel verlies is er ook altijd een collectieve dimensie, al dan niet met lotgenoten. Dat is de achtergrond waarom mensen hun persoonlijke rouw publiekelijk situeren. Die behoefte is universeel. De manier waarop verandert wel. Zo verdween bijvoorbeeld in de loop der jaren het dragen van rouwkleding gekoppeld aan een bepaalde rouwperiode. Het markeren van de rouwtijd blijft echter wel bestaan.
Herdenkingsbijeenkomsten worden toegepast om individuele rouw met elkaar te delen, bijvoorbeeld bij rouw-diners. Vanaf de 19de eeuw is dit verschijnsel op gang gekomen, en in een versnelling gekomen.
De Baby Loss Awareness-week bestaat sinds het jaar 2002. Daarmee wordt in een bepaalde tijd (selectie van tijd, opgetilde tijd) collectief aandacht gevraagd voor rouw en verlies. Tijd, locatie en handeling (herdenkingsbijeenkomst) moeten met elkaar samenvallen om impact te creëren voor herdenken.
Veel van de runs markeren het verlies en/of sponsoren het voorkómen van verlies door ziekte en overlijden. Sport en gezondheid komen bij dergelijke runs op deze manier bij elkaar. Naast herdenken gaat het er daarbij ook om geld te genereren voor een bepaald goed doel. De kunst is dan wel om voldoende deelnemers bijeen te brengen. Zwemmer Maarten van de Weijden deed dit vanuit een bepaald schuldgevoel, om iets te doen aan het voorkómen en het genezen van de ernstige ziekte waarvan Maarten is genezen. Van der Weijden nam daartoe een bestaande tocht (de Elfstedentocht) en ging die zwemmen. Die enorme uitdaging en lichamelijke inzet (als een soort van offer) resoneerden breed in de samenleving waardoor de aandacht voor het goede doel sterk in het vizier kwam.
Dergelijke rituele vormen kunnen opgenomen worden in nieuwe herdenkingsrituelen. Bedacht moet hierbij wel worden dat al die handelingen voorbehouden zijn aan mensen die daar tijd, aandacht en geld voor hebben. Voor anderen die die tijd en dat geld niet hebben, resteren dan andere vormen van rouw, die minder in het publieke domein terecht komen.
--
Na die woorden wordt de dag afgesloten. Martin bedankt Chris Strijbos en Laura Cramwinckel voor de organisatie, de sprekers voor hun bijdragen en alle gasten voor hun komst en participatie.
Sfeerimpressie
Organisatie
Het symposium Paden van Rouw werd georganiseerd door de Camino Academie en de Funeraire Academie, in samenwerking met het Nederlands Genootschap van Sint Jacob en Tot Zover, museum over leven en dood.
Contact
Laura Cramwinckel, projectleider Funeraire Academie, l.cramwinckel@totzover.nl. Ook voor aanmelding voor de FA nieuwsbrief.
Chris Strijbos, secretaris Camino Academie,
chrisstrijbos@caminoacademie.nl.