Tot Zover

De stolpurnen nodigen uit tot aanraking en zijn tegelijk onaantastbaar. Opvallend is het kleurgebruik van de urnen. Naast donkere tinten zijn ook intense toegepast zoals geel, blauw en rood, tinten die doorgaans niet met overlijden worden geassocieerd. De reeks urnen zijn gemaakt van hout (purperhart), keramiek en glas.

Maria van Kesteren draaide sinds de jaren zestig vrijwel uitsluitend houten objecten. ‘Het boeiende van hout draaien is dat je voortdurend en consequent vanuit één principe – het volgen van de cirkelgang van het hout – streeft naar pure vorm’. Tegelijkertijd vindt ze het een te beladen, te emotioneel materiaal. Voor de reeks urnen maakte ze een uitstap naar keramiek en glas. Ook daarbij ging ze uit van de cirkelvorm vanwege de  'intimiteit en ingetogenheid'. Van Kesteren wil bij deze zogenaamde stolp-urn de as niet afsluiten, zoals bij traditionele urnen, maar toedekken. Zo wordt de as van de overledene omhuld en beschermd.

De rode urn maakt deel uit van serie van zeven urnen en vier urnvoeten die Van Kesteren ontwierp in opdracht van Tjalling Wolthuis B.V. Ter ere van het 75-jarig bestaan van het bedrijf werd de collectie urnen in 2008 aan Museum Tot Zover geschonken. Ook de kunstenaar zelf werd in 2008 75 jaar.

Het was een belangrijke aanwinst voor het museum. Guus Sluiter, directeur van het museum toonde zich destijds erg verheugd vanwege de esthetische kwaliteit van het werk: "We proberen onze collectie op allerlei manieren te versterken, en we zijn vooral erg blij omdat het toegepaste kunst betreft van een zeer hoog niveau."

Het werk van Maria van Kesteren bevindt zich in musea als het Stedelijk Museum in Amsterdam en het Haags Gemeentemuseum.