Kleine Hein nomineert koffie en cake voor de lijst Immaterieel Erfgoed Kleine Hein nomineert koffie en cake voor de lijst Immaterieel Erfgoed

Tot Zover

Koffie en cake?

Koffie en cake: dat is zo’n fijn uitvaartcliché. Heerlijk om grapjes over te maken. Museum Tot Zover doet daar ook aan mee en organiseert af en toe een koffie-en-cakelezing. Maar hoe zit dat nou met die koffie en cake bij een uitvaart? Waar komt dat vandaan en wordt dat nog gevraagd?


Om met dat laatste te beginnen: ja, dat wordt nog best veel gevraagd. In Crematorium Tilburg wil bijvoorbeeld een op de tien families koffie en cake. Sowieso kiezen de meesten voor zoet, klein en niet te duur: gevulde koeken, spekkoek, soesjes, worstenbroodjes (fijn: Brabant!). Per stuk bij voorkeur tussen de anderhalve en twee euro.

Bier en bittergarnituur

Natuurlijk kiest men ook wel voor luxe broodjes of voor tapas, maar dat komt echt minder voor. Wel ziet men een toenemende vraag naar alcohol na de uitvaart. En dat natuurlijk gecombineerd met – hoe kan het anders – een bittergarnituur. Op basis van 100 genodigden kost de catering ergens tussen € 3 en € 15 per persoon heeft de UitvaartBrancheMonitor becijferd. Zo kun je veel kanten op. Je kan na de uitvaart met z’n allen gaan steengrillen of los gaan met oesters en champagne. Maar de meesten doen dat dus niet.

De oude Germanen, Egyptenaren, Grieken en Romeinen deden allemaal aan eten en drinken bij de begrafenis. Als grafgift, maar ook voor de nabestaanden. Het was een ritueel om de dode te eren en om de nabestaanden weer met de voeten op aarde te krijgen. Het ging overigens niet om koffie en cake. Het waren hele maaltijden, vaak genuttigd op en om de graven. Ook de voor de doden bestemde offergaven werden vaak door onverlaten geconsumeerd.

Vooral in de zestiende en zeventiende eeuw waren de dodenmaaltijden (inmiddels genuttigd in het sterfhuis) hele festijnen. Bij die van de Vlaamse edelman Jan van Wynde in 1552 deed men zich onder meer te goed aan ‘126 pont rintvleesch, 6 speenvarckens, 15 kiekens, 34 cannen rijns wijns en 29 cannen roeden Franschen wijn’. Bier ontbrak nooit en werd vaak leedbier genoemd. Het leidde wel tot excessen. ‘Uitvaart-zuipvaart’ werd wel gezegd. Van hogerhand probeerde men dit aan banden te leggen, maar zonder veel succes.

Bakkie troost

Uiteindelijk bleven de koffie (bakkie troost) en cake over. Je moet wel echt even iets eten na de reis en de ceremonie. Tegenwoordig willen we het weer wat luxer en ook zijn bier en wijn terug van weggeweest. Ergens jammer van dat mooie cliché. Maar het dodenmaal van genoemde Jan van Wynde heeft ook zo zijn bekoring.

Zie voor meer informatie bijvoorbeeld R.J. Hirsch, Doodenritueel in de Nederlanden vóór 1700, Amsterdam 1921, pp. 120-134 (stukken geciteerd in H.L. Kok, Funerair Lexicon. Encyclopedisch woordenboek over de dood, z.pl. 2000, pp. 226-227). Beide publicaties beschikbaar in de bibliotheek van Museum tot Zover