
Tot Zover
Trienke en de broodschaal
Zolang als ik me kan herinneren was deze broodschaal er. Het is een gebruiksvoorwerp. Ik at er als kind boterhammen uit, tussen de middag, met mijn moeder.
Mijn vader heeft deze schaal gemaakt. Hij was leraar en kunstenaar. Op zijn 48ste kreeg hij kanker en is daarna veel ziek geweest. Twaalf jaar geleden is hij overleden. De dingen die hij maakte en het plezier dat hij haalde uit creëren en scheppen bood hem veel troost. Een mens kan bij brood alleen niet leven, heeft hij op de schaal geschreven. Het gaat erom dat je ook geestelijk voedsel krijgt.
Mijn ouders waren geen Bourgondiërs maar Friezen. Mijn vader kon van eten genieten maar mijn moeder zei vaak: lekker is maar een vinger lang. Mijn ouders waren gereformeerd. Ze hadden het niet breed en genoten van het kleine.
Als ik de schaal zie wil ik verhalen over hem vertellen. Het haalt mijn vader dichtbij. Ik gebruik de schaal zelf ook, bij het kerstontbijt of een feestje en als er vrienden komen voor soep met broodjes.
Vier jaar geleden heb ik mijn ouderlijk huis uitgeruimd. Hun hele leven is door mijn handen gegaan en ik realiseer me dat ik nu een generatie ben opgeschoven. Je verdwijnt, maar zolang mensen via objecten aan je denken blijf je bestaan. Als ik de schaal aanraak dan denk ik: wat een werk moet het geweest zijn om dit zo te maken.