Zakdoekjesboom op De Nieuwe Ooster Zakdoekjesboom op De Nieuwe Ooster

Tot Zover

De Nieuwe Ooster: meer dan een begraafplaats

De lange geschiedenis van De Nieuwe Ooster is er een van bekende architecten, hoogwaardig groen en bijzondere monumenten. Een gedenkpark volop in het leven.


Tekst: Anja Krabben

Van uitbreidingen, aanpassingen en vernieuwingen, wat leidde tot de komst van een crematorium, een uitvaartmuseum, een islamitische begraafplaats plus uitvaartpaviljoen en de oprichting van Stichting Arboretum De Nieuwe Ooster. Maar deze historische begraafplaats is voor alles een plek waar mensen rouwen, gedenken, elkaar ontmoeten en verhalen vertellen over de vele doden die hier liggen, bekend en onbekend. Nabestaanden, bezoekers én de mensen die er werken maken van De Nieuwe Ooster een bijzonder plek in Amsterdam waar iedereen welkom is.

Meegaan in de tijd

Wie door de statige poort aan de Kruislaan begraafplaats, crematorium en gedenkpark De Nieuwe Ooster betreedt, wordt verwelkomd door een vriendelijke portier (v/m). Sta vervolgens even stil en geniet van het groene of kleur- en bloemrijke aanzicht van het centrale plantsoen, en bekijk de gebouwen die rond dit plantsoen staan. Gebouwen uit drie verschillende perioden, die iets zeggen over de rijke geschiedenis van deze Amsterdamse begraafplaats, maar ook over de voortdurende vernieuwingsdrang en het steeds weer meegaan in een veranderde tijd van deze (qua aantal uitvaarten) grootste begraafplaats van Nederland: links de in rode steen opgetrokken oude dienstwoningen uit het einde van de 19e eeuw, tegenover de ingang de aula uit 1939 en rechts de oude doodgraverswoning, ook uit 1889, met een nieuwe aanbouw uit 2007 waarin een café en een museum te vinden zijn.
Vanaf 2003 is De Nieuwe Ooster een Rijksmonument. Diverse gebouwen en graven en de parkaanleg en het padenstelsel van de begraafplaats staan op de Rijksmonumentenlijst.

Springer

Het begon in 1889 op de tekentafel van de gerenommeerde tuinarchitect L.A. Springer. Hij won met zijn ontwerp de prijsvraag die de gemeente Amsterdam had uitgeschreven voor 'een begraafplaats als landelijk park'. De nieuwe begraafplaats kreeg de naam Nieuwe Oosterbegraafplaats, ter onderscheid en vervanging van de oude Oosterbegraafplaats.

 

Vol

De oude Oosterbegraafplaats (uit 1866) lag op de plaats waar nu het Koninklijk Instituut voor de Tropen staat, de ingang lag tegenover de oude Muiderpoort. Het was de tweede algemene begraafplaats van Amsterdam. De eerste was in 1860 geopend, de Westerbegraafplaats, ter hoogte van de huidige Westzaanstraat. Het inwonertal van Amsterdam en de stad zelf groeide explosief in de tweede helft van de 19e eeuw. Beide begraafplaatsen waren al snel te klein en ruimte voor uitbreiding was er niet. Dus iets meer dan twintig jaar na opening van de Ooster- en Westerbegraafplaats moest de gemeente Amsterdam al weer uitzien naar nieuwe begraafplaatsen. Zo ontstond het plan voor de Nieuwe Oosterbegraafplaats. In 1890 werd begonnen met de aanleg ervan. In 1894 werd de eerste dode begraven op de Nieuwe Oosterbegraafplaats.

Landschappelijk

Zoals op de oude plattegrond te zien is, ontwierp Springer een landschappelijk park met enkele regelmatige structuren. Met slingerende paden en daartussen velden. Veel bomen en enkele centrale assen. Onder aan de plattegrond is de hoofdingang aan de Kruislaan. Bovenaan grenst de begraafplaats aan de buitenplaats ´Oud-Roosenburgh´. Rechts had Springer een mausoleum met een crematorium en columbarium bedacht. Als dit was uitgevoerd was het het eerste crematorium van Nederland geweest. Enkele jaren later werd daar toch van afgezien. Springer maakte een alternatieve invulling voor dit parkdeel, waarin de plaats van het mausoleum nog wel herkenbaar is.
Alle gebouwen en de toegangspoort zijn van de hand van stadsarchitect ir. Adriaan Willem Weismann, die kort daarop het stedelijk museum in Amsterdam zou ontwerpen. De grote aula zoals we die nu kennen, werd op een later moment ontworpen door Jan Leupen.

 

Bomenpark

Springer was behalve tuinarchitect ook een groot liefhebber en kenner van bomen. De beplanting, bomen en heesters, speelde in het ontwerp van de aanleg dan ook een belangrijke rol. Dat is zo gebleven. Nog steeds is de begraafplaats van hoge tuinhistorische waarde. Meerdere door Springer geplante bomen staan er nog en vanaf 2007 is De Nieuwe Ooster een stichting rijker die het arboretum extra onder de aandacht brengt. Inmiddels telt het park ruim 700 verschillende bomen.

Eerste uitbreiding

In de tijd van Springer waren begraafplaatsen nog in diverse klassen onderverdeeld. De 'belangrijke' grafmonumenten, die uit de hoogste klasse, bedeelden hij een plaats toe langs het hoofdpadenstelsel, onder bomen of tegen een achtergrond van heesters en boomgroepen. Het midden van de grote grafvelden was bedoeld voor de graven van de lagere klassen. De daar tussenliggende klassen kregen een graf op de kleinere grafvelden langs de randen van de begraafplaats.
Al in 1911 bleek er ruimtegebrek en moesten sierperken en groenstroken worden opgeofferd voor graven. Dat was echter niet genoeg. Daarom ontwierp Springer in 1914 een eerste uitbreiding die in 1917 in gebruik werd genomen.


Meer uitbreidingen

Cremeren gebeurde nog nauwelijks in het begin van de vorige eeuw, dus in 1928 was al weer een volgende uitbreiding nodig, ditmaal ontworpen door een onbekend gebleven ambtenaar van de Dienst der Publieke Werken van de gemeente Amsterdam.
Nog twee kleinere uitbreidingen volgden in 1942 (in zuidwestelijke richting) en in 1959, bij de nieuw aangelegde Gooiseweg en de Rozenburglaan. Met de laatste uitbreiding kreeg de begraafplaats de huidige contouren met een oppervlakte van 33 hectare.

 

De aula van Leupen

In 1938 ontwierp stadsarchitect ir. Jan Leupen een aula, die het eerder afgebroken ontvangstgebouw, dat nooit goed had voldaan, moest vervangen. In 1939 was de aula, die er nu nog staat, gereed. Bijzonder is de monumentale wandschilderig die Albert Muis hier maakte: een ruïne met palmen, bomen en op de voorgrond een pauw. De schildering is in 2000 gerestaureerd.
 

Crematorium

In de loop van de twintigste eeuw steeg het landelijke crematiecijfer langzaam maar gestaag, van 4% in 1960, 13,5% in 1970 naar 35% in 1980. Vandaag de dag is het 63% en in Amsterdam zelfs 70%. De inkomsten uit het begraven daalden, daarom kreeg De Nieuwe Ooster in 1994 een crematorium. Vanwege de komst van het crematorium veranderde de begraafplaats haar naam in De Nieuwe Ooster begraafplaats, crematorium, gedenkpark. Ook werd dat jaar het honderdjarig bestaan op grootste wijze gevierd, met een historische rouwstoet, een druk bezochte open dag en de uitgave Een plaats van rust en bezinning. 100 jaar Nieuwe Oosterbegraafplaats.

 

Laatste renovatie en vernieuwing

Tussen 2006 en 2013 vond er een (voorlopig laatste) grootscheepse restauratie van diverse gebouwen en het park plaats. En verschenen er diverse nieuwe gebouwen en extra functies op de begraafplaats. Aan de Rozenburglaan verscheen een nieuw kantoor en rouwcentrum. Het achterste gedeelte van de begraafplaats werd opnieuw ingericht. Het opvallendste nieuwe onderdeel hier zijn de urnentuinen in de vorm van een streepjescode, waar voor elk wat wils is. De mogelijkheden zijn hier legio: de as kan in een urn, op een sokkel, onder een steen in de grond, in de mooie grote vijver of in de muur van een architectonisch bijzonder columbarium.

 

Nieuw crematieritueel

Nog geen twintig jaar na de komst van het crematorium voldeden de ovens en het crematorium niet meer aan de Europese milieunormen. Er kwam een aanbouw aan de bestaande aula met een nieuwe ovenruimte én een bijzonder crematieritueel: na de plechtigheid daalt de kist niet, zoals in de meeste crematoria gebruikelijk is, maar stijgt op naar de ovenruimte erboven.

Uitvaartmuseum

In 2007 opende het Nederlands Uitvaart Museum Tot Zover de deuren, in de oude directeurswoning, met een nieuwe aanbouw waarin ook café Roosenburgh te vinden is. Zo werd De Nieuwe Ooster ook een plek waar in alle rust iets gedronken kan worden na een grafbezoek, de geschiedenis van de dood ontdekt kan worden in een bijzonder museum en regelmatig vernieuwende kunst – altijd met een link naar de dood – kan worden bewonderd. In het museumcafé wordt de herinnering aan een specifiek stukje Watergraafsmeer levend gehouden. In de buitenmuur zijn twee gevelstenen ingemetseld met de naam van het in de 19e eeuw gesloopte landhuis Roosenburgh.

 

Internationaal

Amsterdam telt 177 nationaliteiten, bijna de helft van de inwoners heeft een ander land van herkomst dan Nederland. Dat is terug te zien op de begraafplaats. In de Chinese graven, de imposante Roma- en Sinti-graven, de bijzondere grafrituelen die er regelmatig plaatsvinden, zoals een Surinaams uitvaartorkest dat overledenen naar hun graf begeleiden. In 2012 werd een islamitisch grafvak in gebruik genomen. Mét een uitvaartpaviljoen waarin een bewassingsruimte is.

 

Stenen archief

Op De Nieuwe Ooster liggen naast de duizenden gewone Amsterdammers ook bekende(re) Nederlanders begraven. Schrijvers zoals Nescio, Jacques Perk, Kees Fens, Hella Haase (haar urn is bijgezet). Kunstenaars zoals schilder/fotograaf George Breitner, fotograaf Cas Oorthuys, karikaturist Albert Hahn, politiek tekenaar Opland en tekenaar/schrijver Peter van Straaten. Actrice Josine van Dalsum, muzikant Willem Breuker, Jos Brink (vooral bekend als musicalster en -producent en televisiepresentator) en (nog steeds) de bekendste (overleden in 2007) Leger des Heils 'soldaat' (ze stierf als luitenant-kolonel) Majoor Bosshardt.

Amsterdams

Hoe mooi de gebouwen, graven en bomen ook zijn, waar het op De Nieuwe Ooster werkelijk om gaat zijn de mensen. De overledenen en de nabestaanden. De bezoekers en de mensen die er werken. Amsterdammers uit alle lagen van de bevolking en overal vandaan. Of zoals actrice Olga Zuiderhoek (weduwe van Willem Breuker) het verwoordt in het ThemaTijdschrift De Nieuwe Ooster: “Ik voel me hier thuis. Het is een melting pot. Dat is de reden waarom ik als Drentenaar naar Amsterdam ben gegaan. En waarom ik, toen ik in Amsterdam woonde naar New York wilde. Het zijn allemaal plekken waar diverse groepen naast en door elkaar leven, waar je elkaar ontmoet en elkaar kunt verstaan. De Nieuwe Ooster is echt Amsterdams en daarom veel meer dan dat.”