Best of Class 2 inrichting  van de Grote Zaal Best of Class 2 inrichting van de Grote Zaal

Tot Zover

Stages

Wil jij jezelf ontwikkelen, bijdragen aan een bijzonder museum en samenwerken met gedreven en gezellige collega's? Stage lopen bij Museum Tot Zover betekent actief meewerken in een inspirerende omgeving waar geen dag hetzelfde is.


Op het moment hebben wij geen stageplekken openstaan. Heb je een speciale interesse in het museum in het kader van je erfgoed- of cultuureducatie opleiding? Stuur een berichtje naar Laura Cramwinckel, projectleider Kenniscentrum, l.cramwinckel@totzover.nl.

 


Stageblog

De dood leeft! Over mijn stage bij Tot Zover.

Ghislaine de Rond, februari 2017.

In het eerste jaar van mijn opleiding cultureel erfgoed aan de Reinwardt Academie, hielden studiegenoten een presentatie over Tot Zover. Een museum over de dood? Dat vond ik een fascinerend idee. De studiegenoten spraken hun waardering uit over het moderne gebouw met de witte muren en de grote ramen en over de luchtige benadering van het onderwerp. Een paar maanden later stapte ik zelf de begraafplaats op, nieuwsgierig naar dat mysterieuze museum. In die tijd was De Bedroefde Bolide te zien: een tentoonstelling over lijkwagens, volgens het museum bedoeld als ‘eerbetoon aan auto’s waar we liever niet naar kijken.’ Misschien plantte die tentoonstelling wel het zaadje van de latere fascinatie voor lijkwagens die ik ontwikkelde tijdens mijn stage.

Het stageproject 'buitenlandse bezoekers'

Na het eerste bezoek keerde ik nog twee keer terug voor tijdelijke tentoonstellingen en mijn waardering voor Tot Zover groeide. In het laatste jaar van mijn opleiding was de keuze voor een stageplaats dan ook snel gemaakt. Ik zocht contact, en directeur Guus Sluiter zocht toevallig nog een stagiaire. Bij wijze van stageproject onderzocht ik hoe het museum buitenlandse toeristen kan aanspreken. Daarvoor sprak ik onder andere vijf marketingmedewerkers van Amsterdamse musea en experts op het gebied van toerisme en van marketing. Vooral de toegankelijkheid van een bezoek aan het museum en het vergroten van de (online)zichtbaarheid voor toeristen bleek belangrijk.

Geen dooie boel

In mijn pauzes wandelde ik vaak over de begraafplaats. Elke keer ontdekte ik wat nieuws. Ik zag bijvoorbeeld welke bekende Nederlanders er liggen, zoals rocklegende Wally Tax en acteur en presentator Jos Brink en ik vond een citroenboompje dat iemand naast een graf had geplant. Soms zag ik groepjes mannen met lange zwarte jassen en hoge hoeden; kistdragers, ook wel ‘kraaien’ genoemd. Ze maakten een eerbiedige, serene indruk. Het leek alsof ze uit een andere tijd kwamen, dat vond ik mooi. Soms zag ik glanzende zwarte, grijze of witte lijkwagens langzaam de begraafplaats op rollen. Vanaf een gepaste afstand loerde ik naar de chique, lange wagens met vlaggetjes op de voorkant. Ook keek ik graag naar de bijzondere uitvaarten, bijvoorbeeld de Surinaamse uitvaarten met een Bazuinorkest. Vanuit het museumkantoor hoorde ik dat orkest al aankomen. Dat wat in het museum besproken wordt, kan je dus buiten in de praktijk zien. Een van de motto’s van Tot Zover vat dat mooi samen: ‘de dood leeft!’