Tekstbordje op gedenkbankje Strabrechtse Heide. Foto:  Laura Cramwinckel Tekstbordje op gedenkbankje Strabrechtse Heide. Foto: Laura Cramwinckel

Tot Zover

Bankjes voor de doden

Opeens zie je ze overal. Bankjes met daarop een naamplaatje, jaartallen en al dan niet een mijmertekstje. Tegen welke achtergrond zijn zulke herinneringsbankjes ontstaan, en… voor wie zijn ze?


Tekst: Laura Cramwinckel

Tijdens het Funeraire Academie symposium Paden van Rouw verkende em. professor rituelenstudies Paul Post de herdenkingsbankjes als materieel ritueel. Hoewel al lange tijd populair in Engeland, de VS en Canada, is het een betrekkelijk nieuw fenomeen in Nederland. De herinneringsbankjes kwamen op in de jaren 1990, vaak als sponsormodel voor het onderhouden van bankjes langs natuurpaden voor natuurbeheerders. In 2006 kwamen daar de social sofa’s bij als ‘stedelijke innovatie’ en vanaf 2015 zijn er bankjes voor het herdenken van individuen. Heel recent zien we bankjes die aandacht vragen voor collectieve doelen, zoals corona, zelfdoding, dementie en alzheimer.

Continuing bonds 

Post noemt allerlei analytisch elementen, zoals de lichamelijkheid van het zitten, wandelen, de rituelen die ontstaan rondom een bankje: ze worden geopend, in gebruik genomen en vooral ook benoemd met een tekstbordje. De taal op en rond de bankjes is een verhaal apart. Intrigerend is de vraag voor wie de bankjes zijn, voor de doden of de nabestaanden? Volgens Post gaat het om de continuing bonds met de doden. Zij worden present gesteld, in leven gehouden. Rest nog het publieke aspect van de herinneringsbankjes, waarbij Post het element van gemeenschap centraal stelt. Naar buiten treden met gedachtenis, en tegelijk een geschenk willen doen aan de gemeenschap.  

Herdenking vs functionaliteit

Ikzelf meen dat het ook valt in de brede trend naar meer persoonlijke vormen van herdenken en troost zoeken bij een geliefde buitenplek, zoals een speeltuin (kinderen) of natuurgebied. Weg van formele doodslandschappen zoals het crematorium of de begraafplaats. Maar dat is niet zonder frictie.

Juist omdat de bankjes worden gezien als betekenisvol en persoonlijk, wordt de impact op anderen, het object en de plek zelf niet altijd in overweging genomen. Nabestaanden leggen een claim op de openbare ruimte en als willekeurige passant kun je er nauwelijks omheen. En hoewel het plaatsen van herinnerbankjes is geformaliseerd en vercommercialiseerd, kun je het ook karakteriseren als ‘guerrilla’- herdenkingsdaad.

Opmerkelijk is dat men soms helemaal niet meer kiest voor een (urn)graf, maar de gedachtenis geheel situeert bij een gedenkbankje. Het plaatsen van bloemen maakt de transformatie van zitplaats naar altaar compleet. Dat moedigt toch echt niet aan om daar te gaan zitten. Het herdenkingsaspect heeft de functionaliteit van het bankje ingehaald, waardoor het ondubbelzinnig tóch een dodenlandschap wordt.

Elke twee maanden interviewt Laura Cramwinckel, projectleider Funeraire Academie, een Nederlandse of buitenlandse doodsonderzoeker over zijn of haar vakgebied. De tekst verschijnt tevens in de rubriek Funerair Onderzoek van Brancheblad Uitvaartzorg.


Academic Death Quotes

"Herdenkingsbankjes in Nederland vormen een materieel ritueel repertoire dat opkwam in de jaren 1990, maar sinds 2020 is er een heuse explosie wat betreft het gedenken van personen, momenten en algemene doelen middels bankjes in de publieke ruimte"

Em. Prof. Paul Post, tijdens Symposium Paden van Rouw te Utrecht, 17.10.2024

 

“Bankjes op speciale plaatsen kunnen belangrijke objecten worden die helpen bij de productie van contact en troost en deelnemen aan de onderhandeling van afwezigheid-aanwezigheid”

Marion Bowman (2021) Trees, Benches and Contemporary Commemoration: When the ordinary becomes Extraordinary. Journal for the Study of Religious Experience, Vol. 7, No. 3 (2021)


Lees meer