Moderator Brenda Mathijssen en onderzoeker Georgina Robinson. Foto: Yvonne van der Bijl Moderator Brenda Mathijssen en onderzoeker Georgina Robinson. Foto: Yvonne van der Bijl

Tot Zover

Symposium De Groene Dood

Op 26 april organiseerde de Funeraire Academie het dagsymposium De Groene Dood op Begraafplaats Zuiderhof in Hilversum. Er werd gesproken over duurzaamheid in de uitvaartsector, alternatieven zoals resomeren en veraarden en er waren workshops en mini masterclasses. Bekijk hier de terugblik van deze mooie en inspirerende dag.


Tekst: Noortje Vegter

Lezingen in de ochtend

Dagopening

Eindelijk was het dan zover, de dag van het symposium over de Groene Dood was aangebroken! De zon scheen al vroeg over begraafplaats en crematorium Zuiderhof in Hilversum, dus het beloofde een mooie dag te worden. De dag werd geopend door Anita van Loon (directrice van begraafplaats en crematorium Zuiderhof) die ons welkom heette op Zuiderhof. Vervolgens introduceerde Brenda Mathijssen (universitair hoofddocent Geografie en Psychologie van Religie aan de Rijksuniversiteit Groningen) de dag, waarop wetenschap en praktijk samenkomen om de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van duurzame uitvaart en zijn verhouding met spiritualiteit te bespreken.

Alkalische hydrolyse en symboliek

De dag wordt afgetrapt door postdoctoraal onderzoeker Georgina Robinson (Universiteit van Durham) die haar proefschrift schreef over hoe de symboliek omtrent alkalische hydrolyse wordt ervaren in de VS en Engeland. Er zijn volgens Robinson 4 redenen waarom alkalische hydrolyse populair is:

  1. Een duurzaamheidskeuze: het is een duurzame vorm van crematie. Het gaat erom dat het beter is voor de planeet.
  2. Een zachtaardige keuze: water maakt dat men deze uitvaarttechniek minder gruwelijk vindt, helemaal als je dit vergelijkt met het verbranden van het lichaam bij crematie.
  3. Liefde voor water: bijvoorbeeld als iemand altijd dicht bij het water heeft gewoond.
  4. Een natuurlijke keuze: het is eigenlijk even natuurlijk als natuurbegraven, alleen speelt dit proces zich boven de grond af.

Robinson laat in haar verhaal zien dat alkalische hydrolyse ook voor specifieke, bijvoorbeeld religieuze gemeenschappen, een passende lijkbezorging kan zijn. Zo kan de Hawaïaanse traditie van het vlees van iemands botten halen na overlijden via alkalische hydrolyse opnieuw uitgevonden worden, en hoeft deze praktijk niet langer verboden te zijn. Ook kan alkalische hydrolyse volgens christelijke zinnebeelden verbonden worden aan de symboliek van de doop, een crematie door middel van water. Robinson wijst ons erop dat de symbolische waarde van een uitvaarttechniek belangrijk is en dat juist deze symboliek het mogelijk maakt om andere rituelen te ontwerpen die aansluiten bij nieuwe uitvaarttechnieken. Wonderlijk genoeg kunnen na alkalische hydrolyse de implantaten hergebruikt worden en kan er vruchtbare aarde zoals van het merk ‘Tree tea’ worden gemaakt van het effluent van de alkalische hydrolyse.
Bekijk hier de presentatie van Georgina Robinson (PDF)

Veraarden als vorm van ‘behoren’

Iemand die zich ook verwondert over de mogelijkheden van nieuwe uitvaartpraktijken is Susanne Duijvenstein (medeoprichter Stichting Veraarden, uitvaartonderneming Bij Afscheid). Haar lezing gaat over de spirituele en praktische betekenis van veraarden. Ze neemt ons mee in haar verwondering over hoe mooi de planeet is. Wij mensen komen voort uit de aarde en bij ons overlijden worden we weer onderdeel van een groter lichaam. Op het gebied van uitvaart was het Katrina Spade die haar inspireerde met haar bedrijf Recompose dat humaan composteren introduceerde in de Verenigde Staten. De aarde die na dit proces overblijft, wordt deels meegegeven aan familie en de rest wordt gebruikt om ontboste gebieden te herbebossen. ‘Duurzaamheid op-en-top!’ aldus Susanne. Ze duidt de spirituele betekenis van dit proces met de term ‘behoren’, omdat wij tot de aarde behoren. De aarde is een soort van liefde die we vergeten zijn en die we kunnen vormgeven door terug te gaan in de natuurlijke cyclus. Door middel van compost worden we nieuw leven.

Waardig veraarden?

Katrien Schaubroeck (Hoogleraar filosofie, Universiteit van Antwerpen) gaat door op dit humuseren, zoals het in België wordt genoemd, alleen dan door met een filosofische blik te kijken naar de relatie tussen waardigheid en veraarden. Eerst toont ze een rapport van het Belgische raadgevend bio-ethisch comité dat het volgende ethisch kader gebruikt:  

  1. Respect voor de laatste wens van de overledene
  2. Waardigheid van het lichaam
  3. Rouw van de nabestaande
  4. Duurzaamheid
  5. Veiligheid van de omwonenden
  6. Het financiële aspect
  7. Uitvoerbaarheid

Getoetst aan dit kader kan de waardigheid van het lichaam tijdens humuseren in natuurlijke omstandigheden niet gewaarborgd worden. Natuurlijke omstandigheden wil zeggen: een lichaam laten vergaan zonder supervisie, in een niet gecontroleerde ruimte. Want de temperatuur voor composteren wordt mogelijk niet gehaald, het grondwater kan verontreinigd worden of dieren kunnen het lichaam roven. Humuseren mét supervisie is wel een optie. Ook haalt Schaubroeck inspiratie uit Val Plumwood (1939-2008), een Australische filosofe en ecofeministe. Plumwood heeft een inheemse en animistische opvatting van de dood als een vorm van recycling, inzichten die ze ontwikkelde na bijna krokodillenprooi te zijn geweest. Je lichaam gaat nooit dood aangezien het voortleeft in anderen. De mens is deel van een groter geheel en vormt als lichaam zelf een groot geheel met duizenden, piepkleine inwoners (micro- organismen). Bekijk hier de presentatie van Katrien Schaubroeck (PDF).

Welke techniek komt het beste uit de test?

De laatste spreker voor de lunchpauze is Saro Campisano, een van de oprichters van Hedgehog Company, een bedrijf dat life-cycle analysis gebruikt om bedrijven te verduurzamen. Zijn team onderzocht voor DELA welke lijkbezorgingsmethode het duurzaamste is en op dit symposium licht hij de resultaten toe. Een primeur! Het rapport beoogt een onderbouwde en onafhankelijke vergelijking te geven van de milieueffecten van bestaande en toekomstige methoden van lijkbezorging en is een actualisatie van het laatste TNO rapport uit 2014.

Begraven kwam als slechtste uit de test, waarbij de milieu impact bijna volledig toegeschreven wordt aan de (vaak) natuurstenen grafstenen die veelal uit India en China verscheept worden. Cremeren met gas had de op een-na-hoogste milieu impact, gevolgd door resomeren. Bij alkalische hydrolyse wordt de ecologische voetafdruk vooral door de productie van de machine veroorzaakt. De hoge impact van crematie komt ook voort uit de productie van de machines en daarbij het energiegebruik van de crematie. Daarom scoort elektrisch cremeren beter in vergelijking met gas én resomeren.

Humaan composteren komt als een-na-beste uit de test en wederom is de milieu impact hier verbonden aan… de machine/pod. Natuurbegraven kwam het beste uit de test indien de boomschijf als grafmarkering gebruikt wordt. Hierbij is ook rekening gehouden met de multifunctionaliteit van de ruimte (het bos). In een alternatief scenario zou de impact van natuurbegraven wel flink toenemen als er GPS-systemen gebruikt worden, omdat de productie en energie van de chips en andere elektronica in zenders hoog is. Ook voor de andere lijkbezorgingstechnieken zijn alternatieve scenario’s doorgerekend: bijvoorbeeld cortenstaal voor begraven, wat als grafmarkering een veel lagere impact heeft dan natuursteen, een urnengraf na cremeren of alkalische hydrolyse, wat een hogere milieu impact heeft dan verstrooien, etc. Tijdens de discussie laat Martin Kersbergen van DELA desgevraagd weten dat de uitvaartcoöperatie aan de hand van dit rapport gaat kijken in welke technieken ze wel of niet gaan investeren.

Bekijk hier de presentatie van Saro Campisano (PDF).

Paneldiscussie

Om de eerste lezingen af te sluiten is er een paneldiscussie. Het panel reflecteert als eerste op de lezingen. Erik van Zoest (Resomatorium) geeft aan dat de christelijke symboliek in het verhaal van Georgina herkenbaar is. Roel Stapper (LOB) vindt het interessant hoe Katrien keek naar de diepere lagen van lijkbezorging. Evert de Niet (GreenLeave en Veraarden) is geïnteresseerd in hoe rituelen omtrent veraarden, waar Susanne het over had, zich zouden gaan manifesteren. Kim Schwartz (PC Uitvaart) vraagt zich af of biodiversiteit ook mee is genomen in het LCA-rapport, en er wordt besproken dat er nog geen wetenschappelijke methode is om dit te onderzoeken.

Vervolgens is er ruimte voor vragen uit het publiek. Er wordt gevraagd of naast de duurzaamheid van de uitvaart niet ook naar de familie gekeken moet worden aangezien zij de keuzes maken over het lichaam. Katrien is het ermee eens. Roel trekt dit breder en benoemt dat de branche de uitvaart verduurzaamt, maar dat de samenleving bepaalt in hoeverre duurzame keuzes gemaakt worden. Susanne vult aan dat men tijdens de rouw niet altijd de duurzaamste keuzes maakt. Tot hilariteit - en instemming - van de zaal hield Greenfluencer en begraafplaatsvormgever Ada Wille een spontaan pleidooi voor een ‘NK zerk-wippen’ in analogie van het tegelwippen dat achtertuintjes vergroent. Evert gaf aan dat er een initiatief is (Circlestone) om zerken te hergebruiken. Roel benadrukte dat we niet moeten vergeten dat zerken ook een persoonlijke, culturele en emotionele waarde hebben. Ook was de vraag of er niet geleerd kon worden van de dierenuitvaart. Susanne gaf aan dat dierenuitvaarten voorloper zijn in sommige dingen. Georgina vertelde dat in Engeland soms na de uitvaart meer met nagedachtenis van huisdieren gedaan wordt dan met mensen en dat we hiervan kunnen leren.

Lezingen na de (vegetarische) lunch

Non-religie in de Deense bossen

Na de lunch krijgt Margit Warburg (University of Copenhagen) het woord. Zij doet onderzoek naar bosbegrafenissen. Ze nam altijd aan dat dit een niet-religieuze bezigheid was, zeker omdat in Denemarken alle reguliere begraafplaatsen in het bezit zijn van de kerk. De bosbegrafenissen blijken inderdaad aantrekkingskracht te hebben voor de niet religieuze begravers, die vaak negatieve connotaties met de kerk hebben. Echter, ook religieuze mensen kiezen voor deze vorm van uitvaart. Uiteindelijk lijkt het verbonden te zijn met persoonlijke voorkeuren: men kiest voor deze vorm van uitvaart, omdat een bosbegrafenis ze meer aantrekt dan op een begraafplaats. Dit betekent niet dat evangelische bosbegravers geen uitvaart in de kerk vieren. Ook waren er bijvoorbeeld bosbegrafenissen met christelijke rituelen en referenties. Ook heeft Warburg twee uitvaarten van bosbegrafenissen bijgewoond van niet-religieuze mensen. Al met al duidt de hoogleraar de bosbegrafenissen als ‘een niet-religieuze vat’ waar men met eigen ideeën en acties invulling kan geven aan het afscheid.

Diapraxis in de uitvaartbranche

Van de Deense context gaan we door naar de internationaal erkende Sustainable Developments Goals (SDGs). Julie Rugg (York University) heeft het over hoe de SDGs in de uitvaart kunnen worden toegepast. Er zijn bepaalde SDGs waar de uitvaart mee te maken heeft zoals het gebruik van betaalbare en groene energie, verantwoordelijke consumptie en productie, duurzame steden en gemeenschappen creëren, en zorgen dat de habitat op land niet verder vervuild raken. Eén van de SDGs gaat ook over gelijkheid en dus moet ook de religieuze gemeenschap en hun uitvaartwensen meegenomen worden. Nu gaan we de dialoog niet aan als religieuze mensen bepaalde eisen hebben voor hun uitvaart, bijvoorbeeld een openlucht crematie. Daarom pleit Rugg voor diapraxis: dat er samenwerking is tussen verschillende religies, wereldbeelden en denkwijzen om de dialoog aan te gaan over de problemen en om vooroordelen te voorkomen. We moeten dus elkaars praktijken leren kennen en samen streven naar de SDGs. Dit kan door vragen te stellen, door te accepteren dat het redden van de planeet mogelijk belangrijker is dan een lichaam begraven, en door positieve aspecten van uitvaart te benadrukken. Dit kan alleen op een inclusieve manier als de uitvaartpraktijken van iedereen veranderen.
Bekijk de presentatie van Julie Rugg (PDF).

Begraven is duurzaam!

Van het ene pleidooi naar het volgende. Roel Stapper en Esther Kooistra (LOB) pleiten voor de duurzaamheid van begraven en de waardering van de begraafplaats. Een begraafplaats heeft culturele, maatschappelijke en historische duurzaamheid sinds het de groene longen van een stad of dorp zijn, de rituelen een lange historie hebben, en de reflectie en het gedenken vormgeven aan een duurzame begraafcultuur. Verder is het grondgebruik relatief laag omdat er – in Nederland - vaak bijgezet wordt en er meerdere lagen diep begraven wordt. Asbussen hebben wel elk hun eigen plek. Ook koopt 2/3e van de mensen een graf voor 10 jaar zonder verlenging. Wat inhoudt dat een graf hergebruikt wordt. Daarnaast zijn grafzerken steeds vaker van een ander soort materiaal of worden ze gerecycled. Ook de LOB probeert zijn steentje bij te dragen door het onderschrijven van de MVO-principes, door biodiversiteit te bevorderen, door informatievoorziening en het vergroten van de bewustwording en het bevorderen van deskundigheid. Ze erkennen echter wel dat de activiteiten voor en na de uitvaart duurzamer kunnen, zoals het reizen van nabestaanden van en naar een uitvaart. Transport is immers het meest vervuilende onderdeel van een begrafenis.
Bekijk hier de presentatie van Roel Stapper en Esther Kooistra (PDF).

Discussie met het publiek

Uit het publiek kwam als eerste de vraag wat de invloed van chemotherapie op de duurzaamheid is. Roel geeft aan dat wegens toxiciteit van een lichaam cremeren soms wordt uitgesteld, maar dat een lichaam altijd begraven mag worden. Veiligheid van medewerkers staat altijd voorop. Ten tweede wordt aangestipt dat als begraafplaatsen en crematoria beter bereikbaar zijn met het openbaar vervoer, de uitstoot naar beneden zou gaan. Als derde vertelt Julie Rugg hoe in Engeland vaak geen bloemen meer worden gegeven, maar dat men doneert aan een goed doel dat de overledene een goed hart toedroeg. Dergelijke giften lopen via een website waarbij de gever al dan niet anoniem is. Als laatste was de vraag hoe we het grotere doel van duurzaamheid kunnen rijmen met kleine, menselijke beslissingen en Julie geeft aan dat als je mensen meer (duurzame) gedragingen voorspiegelt als optie, mensen ook anders kunnen handelen. Volgens Esther gaat dit ook over meer (duurzame) producten waar mensen uit kunnen kiezen. Brenda vat deze discussie samen:

Masterclasses en workshops

In de middag werd de groep opgesplitst om in twee rondes deel te nemen aan masterclasses en workshops. Zo was er de masterclass over de geschiedenis van groen op begraafplaatsen door Leon Bok van Bureau Funeraire Adviezen. Vroeger waren begraafplaatsen erg kaal en werden bomen verkocht om de kerkkas te spekken: het groen was een verdienmodel. Door de tijd heen trad er vergroening op door locatie veranderingen, inrichting door tuinarchitecten en meer beplanting op of achter het graf. Momenteel staat het groen echter onder druk door onvoldoende beheer, verkeerd onderhoud, onvoldoende onderzoek naar wat de ontwerper wilde, klimaatverandering en minder begravingen.

De tweede workshop die ik volgde ging over bloemen en uitvaart. Toma en Carola van de biologische bloemisterij in Hilversum vertelde over het belang van biologische bloemen; bloemen die lokaal geproduceerd zijn, zonder kunstmest of gif, met het seizoen mee en buiten (dus niet in kassen). Vervolgens mogen we zelf een boeketje samenstellen van vijf (droog)bloemen en deze in de bloemenband, een concept van Jantine Kraaijeveld, doen. De bloemenband fleurt een uitvaart op, biedt mensen een rituele handeling maar is ook duurzaam want de bloemen hoeven niet mee het graf in. Hoe bijzonder dat je na de uitvaart juist een bloemetje meekrijgt ter nagedachtenis!

Verder gingen deelnemers wandelen over de begraafplaats met eco urban forester Willem de Feijter en Martine Vos, bosbadderen met natuur-curator Gudrun Feldkamp, op ONTROERTOER om kunstzinnig te associëren met P.J. Roggeband en was er een masterclass over funeraire flora, biodiversiteit en mogelijkheid tot fraaie symboliek van Ada Wille. Als laatste was er de workshop Groene Poëzie: auteur Vrouwkje Tuinman demonstreerde hoe je troostrijke taal kunt improviseren uit de natuur voorbij het cliché van het vallende herfstblad. Ze was blij verrast door de prachtigste haiku’s door deelnemers neergepend, waaronder:

de oude boom staat

de specht maakt zich een huisje

de dood woont er ook


ik leef met de dood

ze is niet zwart en niet groen

verweeft kleur in mij

dood is mijn einde

het oog van de krokodil

ziet me als voedsel


hij sluipt naderbij

even worden we vrienden

voor ik hem behoor

Slotakkoord

Marjon Weijzen, journalist, milieu- en uitvaartdeskundige en voormalig hoofdredacteur van Brancheblad Uitvaartzorg mocht de dag afsluiten met een column en begon met een duidelijk statement:

“De allergroenste dood is de vroege dood.”

En een lijk in het bos achterlaten is de groenste vorm van uitvaart omdat er geen afscheid, kist of bloemen voor nodig is.

Na deze gewaagde uitspraken ging Weijzen op kritische voet verder. Zo beweert ze dat er bij het LCA-rapport zoveel variabelen zijn dat je er altijd uitkrijgt wat de opdrachtgever wil horen. Liever moeten we gezond verstand gebruiken, we weten allemaal dat geen schoenen in de kist beter is dan met schoenen in de kist. Daarnaast is begraven erfgoed, recreatie, diversiteit en heeft het nog veel meer bonussen die in het LCA-rapport niet meegerekend worden. DELA krijgt een pluim voor het verduurzamen van de standaard grafkist, want het is volgens Weijzen effectiever indien de hele samenleving een beetje verduurzaamd dan als duurzame mensen heel duurzaam worden. Verder wil ze ook pleiten voor natuurbegraven, omdat er weinige energie en gemotoriseerde voertuigen bij komen kijken. Als laatste vindt ze dat we uitvaarten mogen verlangzamen, het hoeft niet zo snel te gaan als bij alkalische hydrolyse of veraarden, maar… neem de tijd, laat veel organismen ervan genieten en laat het lichaam weer onderdeel worden van de kringloop van de natuur.

Voor de integrale tekst van de column:

Lees hier 

Na die woorden wordt de dag afgesloten. Brenda bedankt Laura Cramwinckel voor de organisatie, de sprekers voor hun bijdragen en alle gasten voor hun komst en participatie. Anita geeft aan dat de verschillende perspectieven van die dag weer stof tot nadenken geven. De borrel is gezellig en de vegetarische bitterballen en hapjes smaken uitstekend. Naambadges worden bij de uitgang ingeleverd: gerecycled voor een volgende keer. Terwijl de dagverslaggever op de bus wacht, een enkeling ter voet of per ov fiets het crematorium verlaat, verlaten de gasten één voor één (voornamelijk) in hun auto’s het terrein. Ook daar is nog wat te winnen, als het over groen gaat.


Sfeerimpressie


Presentaties


Organisatie

Het symposium De Groene Dood werd georganiseerd door de Funeraire Academie in samenwerking met Rijksuniversiteit Groningen, Uitvaartstichting Hilversum en Museum Tot Zover.

Contact

Voor vragen: Laura Cramwinckel, projectleider Funeraire Academie, l.cramwinckel@totzover.nl. Ook voor aanmelding voor de nieuwsbrief.


Lees verder