Tot Zover
Symposium De Uitvaart. Daar zit muziek in!
De Funeraire Academie organiseerde op woensdag 18 april 2018 in Rotterdam een symposium over muziek bij uitvaarten. Sprekers en deelnemers inspireerden elkaar rondom een muzikaal thema vol dilemma's en uitdagingen.
Lees hieronder het verslag.
Terugblik
Verslag: Judith Tonnaer. Fotografie: Hein Athmer
‘De uitvaart: daar zit muziek in!’ Op woensdag 18 april 2018 vindt op de Zuiderbegraafplaats in Rotterdam een symposium plaats met deze titel, georganiseerd door de Funeraire Academie. Op deze zonnige middag gaan deskundigen uit de academische en funeraire wereld met elkaar in gesprek over de ‘muzikale omgang’ met de dood in het algemeen en muziek bij uitvaarten in het bijzonder.
De bijeenkomst wordt geopend door Guus Sluiter (Museum Tot Zover) met een persoonlijke noot over de muziekkeuze voor zijn eigen uitvaart. Als voorbeeld van hoe krachtig muziek – en ritme - kan zijn bij een uitvaart verhaalt Sluiter over de recente begrafenis van de dichter F. Starik. Op zijn uitdrukkelijke, postume verzoek stampten de dragers van de kist en alle aanwezigen mee op de muziek. Een indrukwekkend moment.
Deel 1 Theorie
Muzikale omgang met dood
Martin Hoondert (Tilburg University) trapt het theoretisch programma af middels een kennismaking met thanatoloog Douglas Davies. Davies koppelt in zijn onderzoek ‘lifestyle’ aan ‘death-style’. Met muziek drukken we onze identiteit uit. Maar we kunnen er ook de omgang met de dood mee uitdrukken. Hoondert presenteert vervolgens het historisch onderzoek van Philippe Ariès (‘Het Uur van de Dood’), waardoor we kunnen begrijpen hoe mensen in de loop der eeuwen omgaan met de dood. We zien vier houdingen ten opzichte van de dood gepaard met een muziekfragment:
-
De getemde dood (Middeleeuwen). De dood is vertrouwd, men herkent de voortekenen en bereidt zich voor. Er zijn vaststaande rituelen rondom de dood. Wanneer iemand sterft zijn er veel mensen bij aanwezig, ook kinderen. Hoondert heeft muziek uitgezocht die hierbij past: een requiem, gregoriaans, enkelstemmig gezongen.
- Mijn dood (vanaf 13e-14e eeuw). Hierbij gaat het om zelfreflectie van het individu: hoe heeft mijn leven zich ontplooid? Men maakt de balans op. Vanaf deze periode verschijnen er boeken over de kunst van het sterven. De muziek de Hoondert hierbij laat horen is The Rose van Bette Midler.
- Jouw dood. De dood van een ander (19e eeuw). De dood is een ondraaglijk afscheid van een geliefde. Er ontstaan een herdenkingscultuur, begrafenisparken en rouwsieraden. Muziek hierbij: Dat ik je mis van Maaike Ouboter.
- De verboden dood (20e eeuw). De dood wordt steeds meer uit de samenleving verdrongen en wordt gezien als het falen van de medische wetenschap. Rituelen rondom de dood zijn niet meer vanzelfsprekend. We verdringen de dood uit ons leven. Hoondert heeft hierbij gekozen voor Vivaldi, de Vier Jaargetijden. Zorgeloze muziek die de emotie van het moment lijkt te neutraliseren.
En de 21e eeuw?
Na deze vier houdingen komen we aan bij de 21e eeuw: hoe kunnen we onze omgang met de dood duiden? Die vraag blijft nog grotendeels onbeantwoord. In deze eeuw mag de uitvaart weer tijd kosten; het aantal muziekstukken tijdens een uitvaart is van drie naar gemiddeld acht of negen gegaan. Daarnaast is spreken over je eigen dood nog een taboe. Het model van Ariès helpt om te duiden, maar wellicht zal de tijd moeten leren welke houding boven komt drijven. Na deze bijdrage van Martin Hoondert volgen vragen. Hoondert licht toe: de overgangen tussen de verschillende fases, tussen de verschillende houdingen, zijn geleidelijk.
Uitvaartmuziek: voor(bij) het persoonlijke
Op de vraag hoe persoonlijk de persoonlijke dood is, gaat de volgende spreker verder: Janieke Bruin (Tilburg University). Zij springt naar het ‘nu’, en bespreekt het hoe en waarom van muziek bij uitvaarten. Muziek kan herinneringen aan het leven van de overledene oproepen. Maar hoe uniek zijn we in de keuzes voor muziek? We kunnen een muziekstuk niet toe-eigenen, één muziekstuk kan meerdere uitvaarten personaliseren. Bruin wijst ons op het feit dat we in ons dagelijks leven eigenlijk nooit naar de muzikale smaak van een ander luisteren. Tijdens een uitvaart doe je dit wel. Het is een muzikaal eerbetoon.
Tips voor uitvaartleiders
Bruin heeft naar aanleiding van haar onderzoek verschillende tips voor uitvaartondernemers en ritueelbegeleiders in de zaal:
- Vertel tijdens een uitvaart waarom bepaalde muziek belangrijk is voor de familie.
- Is een muziekstuk erg belangrijk? Laat dan geen foto’s zien tijdens de muziek. Mensen reageren op beelden, deze kunnen muziek naar de achtergrond duwen.
- Indien men vooral niet naar de tekst moet luisteren: vertel waarom niet en vertel waarom dit nummer belangrijk was/is. Dit zorgt ervoor dat een muziekstuk bijdraagt aan de personalisering van een uitvaart.
En als laatste:
- Realiseer je dat muziek een ‘clash’ kan veroorzaken en bespreek dit met de familie. Een voorbeeld hiervan is vrolijke, uitbundige muziek bij een ingetogen, emotioneel moment.
Hierna volgen vragen: wat als de familie geen idee heeft wat muziek betreft, wat is dan de rol van de uitvaartleider? Bruin: probeer er in gesprek achter te komen of neem een kijkje in de cd-kast van de overledene. Wanneer dat niet lukt: bedenk je dat de muziekkeuze niet persoonlijk hóeft te zijn. Er volgen meerdere opmerkingen uit het publiek over onderwerpen die later in de middag aan bod zullen komen. En een toevoeging dat degene die het muziekstuk uitvoert het ook persoonlijk kan maken, bijvoorbeeld een kleindochter die een lied zingt.
U vraagt, wij draaien? Hoe popmuziek een plek kreeg in de uitvaarthitlijsten
Vervolgens wordt de laatste spreker van dit eerste deel aangekondigd: Arno van der Hoeven (Erasmus University). Hij bespreekt de relatie tussen popmuziek en de dood. Hij schetst een beeld van de ontwikkeling van de popmuziek en bespreekt de dood van bekende muzikanten, waaronder de ‘club van 27’: bekende muzikanten die allen stierven op 27-jarige leeftijd. In metal komt het thema dood veel voor, maar Van der Hoeven laat zien dat er meerdere muzikale (sub)genres zijn die de dood als thema hebben, zoals teenage coffin songs, car crash songs en murder ballads.
Popmuziek heeft verschillende functies rondom de dood. Metalmuziek met als thema dood helpt bijvoorbeeld in de omgang met de dood. Daarnaast geldt de bekende uitdrukking ‘u vraagt, wij draaien’ ook voor uitvaarten. De hedendaagse popmuziek klinkt door op uitvaarten. Dat is niet zo gek als de muziek gelinkt is aan herinneringen. Het symboliseert het levensverhaal van de overledene. Daarnaast heeft (pop)muziek ook nog een rol in rouwverwerking: door middel van muziek kan men de emoties reguleren. Popmuziek brengt mensen dichterbij elkaar, maar de verschillende genres kunnen ook onderscheidend werken door verschillende smaken. Een lastiger en kritischer publiek dan dat bij een uitvaart is er volgens Van der Hoeven niet. Hij besluit zijn betoog met de vraag: is de ‘spannende’ uitvaartmuziek van nu het cliché van de toekomst? De tijd zal het uitwijzen.
Deel 2 Praktijk
Het muzikaliseren van een afscheidsritueel door Luizterverhaal
Na de pauze klinken de klanken van Luizter: dit duo verzorgt o.a. live uitvaartmuziek. Ze brengen een Luizterverhaal ten gehore: gesproken tekst, subtiel begeleid op piano, afgewisseld met toepasselijke live gezongen liedfragmenten uit bekende popsongs. Alle Luizterverhalen zijn maatwerk, elk verhaal is uniek volgens de makers. Na hun muzikale afscheid ‘demonstratie’ is er gelegenheid tot het stellen van vragen. Jolanda Bazen (verteller/zangeres) en Jörgen Versteeg (pianist) vertellen dat zij regelmatig een hele dienst doen bij een uitvaart. Op de vraag hoe ze hun teksten uitkiezen, wordt geantwoord dat ze luisteren naar wat de nabestaanden willen en kijken naar wat de overledene heeft opgeschreven. De nabestaanden bepalen veel.
Jolanda Bazen benadrukt dat zij liedfragmenten gebruiken, niet een heel lied. Daardoor kunnen ze fragmenten uitkiezen die passend zijn, zonder dat het hele nummer dat hoeft te zijn. Door de fragmenten blijft alles behapbaar. Ze gebruiken regelmatig dezelfde liedjes, maar nooit dezelfde combinatie. Het verhaal dat vooraf verteld wordt maakt het geheel uniek en persoonlijk.
Muziek centraal. Hoe werkt het in de praktijk? Vier flitspresenaties
Na deze muzikale bijdrage staan er vier flitspresentaties op het programma, elk met een ander perspectief.
1. Intensiveer de muziekbeleving bij afscheid
Gino Houtzager (locatiemanager Yarden Huis van Brabant en crematorium Beuningen) laat door middel van vier praktijkvoorbeelden zien hoe je, mede door theatrale afstemming van muziek en licht, een méér dan intense belevenis kunt creëren, een ‘kippenvelmoment’. Houtzager meent dat crematoria veel expertise in huis (kunnen) hebben en dat ze daarom ook een belangrijke rol spelen bij de regie van een uitvaart. Maar weet een nabestaande wel wat de mogelijkheden zijn? Hij eindigt zijn presentatie met de stelling: 'de uitvaartnemer moet verplicht op consultatie bij het crematorium.'
2. Meer muziek op de begraafplaats: doorbreek de stilte met Pink
Diana Philippo-Grupper (manager begraven en cremeren Gemeente Rotterdam) stelt dat er meer mogelijk is op de begraafplaats dan we misschien denken. De dienstverlening moet aangepast worden aan de wensen en dan kun je soms best grenzen opzoeken. Als voorbeeld toont ze beelden van de Lichtjesavond op begraafplaats Crooswijk. Een onderdeel waarbij er geen ingetogen, maar luide popmuziek over de speakers klonk: What about us van Pink. Volgens Philippo-Grupper de ultieme muzikale beleving. Volgend jaar een lasershow? Of een DJ? Wie zal het zeggen. Haar stelling: 'knallen op de begraafplaats mag!'
3. De muziekkeuze: wiens wens is leidend?
Bij zijn praktijkonderzoek naar uitvaarten vraag Martin Hoondert (Tilburg University) zich dikwijls af: hoe komen mensen toch aan de muziekkeuze? In grote lijnen onderscheidt hij zes verschillende bronnen:
- de wensen en muzikale voorkeuren van de overledene
- de voorkeuren van de nabestaanden
- copy paste (eerder gehoord en nagedaan)
- de playlist van een uitvaartcentrum
- lijstjes gevonden op internet
- de invloed van de uitvaartleider
In het krachtenspel van wensen, smaken, ‘wat gebruikelijk en passend is’, technische mogelijkheden en rituele overwegingen zijn het, volgens Hoondert, uiteindelijk de nabestaanden die de definitieve muziekkeuze maken. Weliswaar mogen zij daar wel bij geholpen worden want zij staan (nog) met de rug naar de toekomst, met beide benen in de chaotische situatie van verlies. Hoondert vindt dat je je af moet vragen of de muziek wel troost biedt aan nabestaanden? Zijn stelling: de muziekkeuze van de overledene is niet bepalend voor de muziek tijdens de uitvaart.
4. Luisterlied vs samenzang?
Als laatste komt Janieke Bruins van Tilburg University weer aan bod. Zij houdt een pleidooi voor minder luisteren (passief) en meer samen zingen (actief). Ze zegt dat samen zingen verbindt. Maar omdat het de genodigden bij een uitvaart vaak aan een gedeeld repertoire ontbreekt, zoekt men naar bekend veronderstelde melodieen. Janieke brengt het direct in de praktijk door een afscheidslied in te zetten op melodie van het kinderdeuntje Altijd is Kortjakje ziek. De aangepaste liedtekst vindt iedereen op zijn of haar stoel. Na enige aarzeling zingt het publiek enthousiast mee met de twee coupletten. Haar stelling: 'we moeten samen zingen tijdens de uitvaart'.
Breakout sessie
Na deze flitspresentaties is er een breakout sessie: de aanwezigen bediscussiëren in groepjes een stelling. Bij terugkomst in de zaal vindt er een plenaire uitwisseling van de resultaten plaats.
Voor wat betreft de eerste stelling (de uitvaartnemer moet verplicht op consultatie bij het crematorium) komt naar voren dat dit al veel gedaan wordt, dat het veel tijd kost, dat de ondernemers wel willen en dat de kwaliteit van de audio en video bij het crematorium ook omhoog zou moeten. Verdiepen in de locatie is altijd goed. Als uitvaartondernemer moet je een soort regisseur zijn, een uitvaartregisseur.
Uit de discussies over de tweede stelling (knallen op de begraafplaats mag!) komt naar voren dat dit in overleg met de begraafplaats moet en dat uitbundigere uitvaarten ook ergens anders dan op de begraafplaats kunnen plaatsvinden. Ook wordt de kanttekening geplaatst dat tradities grofweg onder de grote rivieren nog een grote rol spelen. Dit staat ‘knallen’ in de weg. Uit de zaal komt de opmerking dat de natuur in ogenschouw gehouden dient te worden.
Stelling drie wordt besproken (de muziekkeuze van de overledene is niet bepalend voor de muziek tijdens de uitvaart). Er blijkt voorbehoud te zijn om tegen de wens van de overledene in te gaan. Dit wordt opgevat als pijnlijk en respectloos. Wanneer de muziekkeuze van de overledene bekend is, kan dit ook ervaren worden als een prettig uitgangspunt waar geen discussie over hoeft te zijn. Het lijstje blijkt in de praktijk vaak niet één op één overgenomen. In de praktijk blijken er wat dit betreft eigenlijk geen problemen voor te doen. Indien dit toch het geval is, is het van belang dat er goede begeleiding is. Er dient rekening gehouden te worden met de rituele functie van muziek.
Uit de zaal komt een opmerking dat diegene geen fiducie heeft in de muziekkeuze of - expertise van uitvaartbegeleiders. Dit werpt de vraag op of er tijdens de opleiding van uitvaartbegeleiders aandacht wordt geschonken aan muziek? Dit blijkt zo te zijn, zij het beperkt, onder meer door trainingen die de Funeraire Academie sprekers van Tilburg University incidenteel geven.
Als laatste wordt de vierde stelling besproken (we moeten samen zingen tijdens de uitvaart) Men is overwegend vóór de stelling. Men heeft wel problemen met het woord ‘moeten’. Want dat kan ook weer mensen uitsluiten. Het zou goed zijn als de aanwezigen worden uitgenodigd om mee te zingen, zonder verplichting. Er wordt op gewezen dat mensen een drempel over moeten. Ook werpt de vraag zich op wie het voortouw neemt? Een idee is om mee te neuriën in plaats van zingen.
Tot Slot
Hiermee komt de middag tot een eind en sluit Guus Sluiter deze inspirerende bijeenkomst af. Er gaat een woord van dank naar alle mensen die deze bijeenkomst mogelijk gemaakt hebben zoals de begraafplaats, projectleider Laura Cramwinckel en de vrijwilligers. Hij vertelt dat hij naar aanleiding van deze bijeenkomst de muziekkeuze voor zijn eigen uitvaart heeft aangepast. En dan met name het moment van de muziek, zodat de aard van het muziekstuk niet hoeft te botsen met de emoties van het moment.
Sluiter stelt dat het goed is om met mensen te praten, adviezen te geven, naar elkaar te luisteren. Veel moet kunnen, maar het moet allemaal niet. En het woord ‘moeten’ kunnen we beter weglaten. Voorts eindigt de middag met het nummer dat Guus Sluiter als laatste nummer bij zijn uitvaart wenst: Happy van Pharell Williams.
En happy kunnen we zijn na deze bijeenkomst: want zoals Martin Hoondert opmerkt hebben er goede discussies plaatsgevonden. De wetenschap en de praktijk leren van elkaar. Dit vat niet alleen deze dag, maar zeker ook de doelstelling van de Funeraire Academie mooi samen.
lees meer
Lees hier het artikel van NOS
Uitvaartmuziek. Van onheilspellende zang naar viering van het leven
Of luister terug naar het interview met Martin Hoondert op Radio1 (iets voor 07:00uur)
Uitzending radio1journaal 18/4/2018
Binnenkort wordt hier de integrale tekst van de lezingen gepubliceerd.