Tot Zover
Rouwkrakeling
De ‘crakelinc’ is het oudst bekende Nederlandse koekje. Ook is - niet de cake - maar de krakeling de begrafeniskoek met de langste traditie. Het is een offergebak dat zijn oorsprong vindt in de Germaanse dodencultus.
De vorm van een acht staat symbool voor oneindigheid, het eeuwig leven. Het verwijst naar de heilige drie-eenheid van Vader, Zoon en Heilige Geest. Er zijn veel regionale verschillen: in Friesland wordt de zoete soeskrakeling met fijn suikergrein bestrooid. Daarentegen is de Brabantse krakeling krokant en bestrooid met zoutkristallen. Bij sommige uitvaarten werden hele grote krakelingen gebakken van wel 35 centimeter!
1775
Van de begrafenis van koopman Coenraadt Diederik Struchtmeijer zijn de kosten bekend. Hij stierf onder de vlag van de V.O.C. in Azië, op 21 mei 1775. Naast kosten voor het doodskleed, de doodskist en twaalf ‘witte wakskaarsen’ wordt ook een post vermeld voor 1 ham, 1 soetemelkse kaas, 5 dozijn pijpen en ‘kleen gebakken krakelingen’.
Memento Mori
Er bestond zelfs een oudhollands spel, dat krakeling trekken heette. Je trok net zolang aan een krakeling, totdat de koek in tweeën brak. Een soort memento mori, gedenk dat je zult sterven. Ook het menselijk leven kan stuk gaan. Een symbolisch spel om te spelen op Aswoensdag, aan de vooravond van de Vasten.