Tot Zover

Machteld en de houten lepel

Deze lepel is nog van mijn opa geweest. Oorspronkelijk was hij banketbakker en kok.


Hij kookte altijd thuis en werd door mijn oma ‘s middags om een uur of drie gesommeerd om naar de keuken te gaan. Ik herinner me hem met een oude sloof, die ooit wit is geweest.

Toen hij overleed was de lepel veel groter dan nu, want bij mij is hij ook altijd in gebruik. Er wordt al bijna 100 jaar mee in de pan geroerd.

Meestal maakte hij aardappelen, groenten en vlees, waarbij ik me vooral zijn hapjesjus herinner. Hij verdunde de jus telkens met kleine drupjes water en liet deze inkoken. We aten hem dan met een lepel rechtstreeks uit de juskom. Het had een hele compacte vleesgeur en was onweerstaanbaar.

Het is vooral de herinnering die door de lepel gekoesterd wordt. De warme gevoelens over vroeger.

Mijn opa is aan een hartstilstand in de keuken gestorven, wat wij de juiste plek vonden. Een paar maanden later overleed ook oma. Ik woonde toen nog thuis bij mijn moeder. De lepel kwam bij ons terecht en werd ook door haar veelvuldig gebruikt. Toen ik het huis uit ging, nam ik de lepel mee en nu roer ik er al 54 jaar mee. Hij wordt steeds kleiner.

Ooit ga ik hem ook weer doorgeven aan mijn zoon.

Altijd als ik in de keuken sta, is daar opa en zijn lepel.

Terug naar overzicht