
Tot Zover
#TeamTotZover: Claas Oosterbaan
Sinds twee jaar werkt Claas in café Roosenburgh en verkoopt hij museumkaartjes voor Tot Zover. Het café was voor hem, na het overlijden van zijn echtgenote in 2009, een fijne plek om de zwaarte van het grafbezoek te verlichten: ‘Het was zo’n ongelooflijk rustige omgeving.’ aldus Claas. Het was de reden voor hem om vrijwilliger te worden en dat bleek een hele goede keuze: ‘Er zijn meerdere mensen met wie ik graag samenwerk en met wie ik het leuk vind om hier te zijn, vanwege gelijkgestemdheid en gemeenschappelijke interesses en dat zijn geen interesses van de dood, maar van het leven.’
Interview door Ghislaine de Rond
Café Roosenburgh
‘Het komt gek genoeg maar weinig voor dat bezoekers van het café praten over overlijden en het graf’, vertelt Claas: ‘Ik denk dat mensen, en dat had ik zelf ook, het even niet daar over willen hebben. Anders wordt het allemaal zo beladen. Het is juist een plek waar je het een en ander lichter kan maken.’ Toch komt het weleens voor, bijvoorbeeld naar aanleiding van de tentoonstelling
De Laatste Aai, over de rouwcultuur rondom (huis)dieren, kwam er een vrouw haar hondenfoto brengen: ‘Binnen de kortste keren zat ik een heel boek met allemaal foto’s van hondjes te bekijken. Daar ben je dus ook voor.’
Opmerkelijke tentoonstellingen: Funeral Train en Especially for you
Naast De Laatste Aai is Claas het meest geraakt door : een tentoonstelling rondom de foto’s die fotograaf Paul Fusco maakte vanuit de trein die het vermoorde lichaam van presidentskandidaat Robert F. Kennedy vervoerde door de verenigde staten in 1968. Claas: ‘Die ongelooflijke, onvoorwaardelijke aandacht die die trein kreeg, de manier waarop de mensen zich daar helemaal aan overgaven. Dat vond ik mooi.’
Maar ook maakte indruk, een expositie over de kist als lifestyle artikel. Aan de hand van productfotografie en de erotische kalenders van de Italiaanse kistfabrikant Cofani Funebri riep het museum met deze tentoonstelling de vraag op hoe je het onverkoopbare verkoopt. Claas: ‘Die vond ik ook eigenlijk heel leuk, maar ook erg bizar. De Laatste Aai is meer ontroerend. Bijvoorbeeld zo’n serie foto’s van die varkens met al die ogen die je aanstaren, hoef je niet eens te weten dat het allemaal foto’s zijn van vlak voordat ze de slachterij in gaan.’
Relatie met de dood
Sinds zijn vrouw is overleden, vindt Claas het prettig om zich te realiseren dat hij door het nadenken over hoe het straks zal zijn, rust ervaart en geen onrust. Samen met zijn nieuwe liefde praat hij dan ook heel open over de mogelijkheden voor een waardig levenseinde: ‘Het is goed om dat af en toe te laten doordringen, we hebben bijvoorbeeld al een plek uitgezocht waar we gecremeerd willen worden.’ Hij vindt het belangrijk dat mensen zich voorbereiden omdat het verlies anders nog meer als een schok komt: ‘Toen mijn vrouw overleed in het OLVG had ik dat eigenlijk niet verwacht; je gaat naar een ziekenhuis om beter te worden en niet om dood te gaan. Dus toen ze alsnog overleed dacht ik: wat moet ik nou doen?’
Claas’ vrije tijd
Claas bezoekt graag de schouwburg en de bioscoop en gaat af en toe op pad met zijn camera. Zo was hij laatst in Noord-Groningen om de ‘gevulde leegte’ van het Groningse landschap mooi in beeld te krijgen. ‘Ik verzin de term ter plekke’, vertrouwt hij me toe. ‘Gevulde leegte omdat het een heel wijds landschap is wat veel rust geeft, maar het is niet zo vlak en saai, zonder accenten dat het niet interessant is.’, aldus Claas.
Ook houdt hij van lezen en is hij op dit moment bezig in drie dikke pillen van de Poolse schrijver Wiesław Myśliwski. ‘Het zijn de mooiste boeken die ik ooit gelezen heb. Allemaal ongeveer vijfhonderdvijftig bladzijden en geschreven in een monoloog. En die gedachten die golven helemaal dwars overal doorheen. Allemaal spiegelingen, invallen, dat soort dingen. geweldig! En schitterend taalgebruik. Het gaat over het Poolse boerenland in de periode van vlak voor en na de Tweede Wereldoorlog.’ Op de vraag of hij nog meer vrijetijdsbestedingen heeft, antwoordt hij: ‘Nee, ik vind dit al meer dan genoeg, voor de oude mens.’